Door: ing. T.C. (Tijmen) Vos
Adviseur / Specialistisch medewerker Rivierkunde
Rijkswaterstaat Oost-Nederland gebruikt hydraulische modellen voor verschillende doeleinden. Voor het beheer en onderhoud van de Rijntakken en het Zwarte Water, voor het toetsen van vergunningaanvragen, voor de hoogwatervoorspelling en het monitoren van de hoogwaterveiligheid, maar ook voor verkenningen en planstudies. Voor de Rijntakken worden al deze modellen afgeleid van een basismodel, dat gekalibreerd (geijkt) wordt op een ruime periode rond het hoogwater van 1995 en gevalideerd op een ruime periode rond het hoogwater van 1993. Calibratie wil zeggen dat de modelparameters zo worden ingesteld, dat het model het verloop van het betreffende hoogwater goed kan simuleren. Validatie wil zeggen dat het gekalibreerde model, zonder dit verder aan te passen, ook andere hoogwatersituaties goed kan simuleren.
Om het model goed te kunnen kalibreren, is het belangrijk dat het een zo goed mogelijke beschrijving bevat van de terreinsituatie ten tijde van de calibratieperiode, in dit geval de terreinsituatie in het begin van 1995. Dat is niet eenvoudig, omdat de digitale topografische bestanden (DTB) die voor de beschrijving van de terreinsituatie gebruikt zijn, zijn ingewonnen in een tijdsbestek van enkele jaren (1993 tot 1998). Omdat het rivierengebied continu aan veranderingen onderhevig is (bijvoorbeeld als gevolg van delfstoffenwinning, de aanleg van infrastructuur, ten behoeve van recreatie, natuurontwikkeling maar ook als gevolg van natuurlijke processen), bevat de basisschematisatie nog lacunes. Dit zijn bijvoorbeeld gebieden waar ten tijde van de DTB-opname gewerkt werd, en waarvan niet precies duidelijk is hoe de situatie in 1995 was.
Voor de verdere verbetering van het basismodel van de Rijntakken en alle modellen die daarvan worden afgeleid, maakt Rijkswaterstaat Oost-Nederland nu ook gebruik van twee luchtfotomozaïeken van Dotka Data van de hele Rijntakken. Het eerste mozaïek is samengesteld uit luchtfoto’s ingewonnen in april 1995, net na het hoogwater. Het tweede mozaïek is samengesteld uit luchtfoto’s van april 1992, behoorlijk dicht op de verificatieperiode van 1993. Hoe deze mozaïeken kunnen bijdragen aan de verdere verbetering van het basismodel kan worden geïllustreerd aan de hand van de zandwinning in de Olburgsche waard, langs de IJssel bij Doesburg. De onderstaande figuur geeft de terreinligging weer zoals deze tot nu toe in het basismodel aanwezig was, geprojecteerd op het luchtfotomozaïek van 1995.
Duidelijk te zien is dat de terreinbeschrijving niet overeenkomt met de werkelijke terreinligging in 1995. De terreinligging zoals deze tot nu toe in het basismodel aanwezig was, is gebaseerd op DTB ingewonnen in 1993. Na 1993 is de zandwinning verder gegaan, echter niet bekend was hoe ver de zandwinning precies gevorderd was ten tijde van het hoogwater 1995. Aan de hand van het luchtfotomozaïek en informatie uit latere DTB-inwinningen is dit hersteld. De volgende figuur geeft de gecorrigeerde terreinligging weer, wederom geprojecteerd op het luchtfotomozaïek van 1995. Houdt in gedachten, dat de waterstand op de foto nog aan de hoge kant is waardoor enkele laaggelegen terreinen nog onder water staan.
Samenvattend: de beide luchtfotomozaïeken helpen bij het beter begrijpen en weergeven van zowel de situatie in 1995 (voor de calibratie) als de situatie in 1993 (voor de verificatie) en ondersteunen daarmee het opvullen van de lacunes in de basisschematisatie van de Rijntakken.