Eén van de verhalen achter een luchtfoto uit de Dotka Data Collectie.
Met dank aan o.a. Wim Ogier voor het vele speurwerk.
DE BEVRIJDING VAN BUDEL IN ZICHT.
Reconstructie van een fotoverkenningsvlucht in 1944 door Wim Ogier – Budel
Maandagochtend 11 september 1944 stapt op RAF-vliegbasis Benson (Engeland) een piloot van 542 Squadron RAF in een Supermarine Spitfire PR (Photo-Reconnaissance) Het vliegtuig was ongepantserd en had geen wapens aan boord, maar wel veel brandstof en twee hele grote camera’s (brandpuntafstand 91 cm). De piloot zal die dag een verkenningsvlucht gaan uitvoeren boven een stukje van het noorden van België en een deel van Noord-Brabant. Hierbij zal ook over Cranendonck gevlogen worden. Vanaf ongeveer 8½ kilometer hoogte is daarbij een prachtige foto van het centrum van Budel gemaakt. Die foto was in 2012 het startsein voor een reconstructie van deze verkenningsvlucht.
542 Squadron
542 Squadron, opgericht op 19 oktober 1942, heeft onder andere de Franse kust tussen Cherbourg en Calais gefotografeerd. Vanaf mei 1943 gaf het ondersteuning aan bomvluchten, waarbij foto’s van doelen werden gemaakt voordat deze gebombardeerd werden en van de situatie daarna. In de eerste helft van 1944 richtte het Squadron zich op de anti V-1-campagne met de codenaam Noball. En op die bewuste maandagochtend vloog het dus naar Cranendonck. Graag neem ik u mee met deze vlucht met het nummer 106G/2786. We gaan daarna ook nog even “langs” RAF Medmenham, destijds het centrale fotoanalyse-orgaan van de RAF.
Vlucht 106G/2786
Uit de reconstructie van deze vlucht is gebleken dat het maken van foto’s begon in de buurt van Oirschot. Hierna werd naar Leopoldsburg gevlogen. Vervolgens werd een traject van Hechtel naar Wintelre gevolgd. Het vliegtuig ging, zigzaggend, steeds verder naar het oosten tot de route van Opglabbeek via Cranendonck naar Helmond op het programma stond. Als laatste opdracht van deze vlucht werd een tracé van Eindhoven naar Overpelt gevolgd. Daarbij werd onder andere de Luikerweg gevolgd. Op de dag van deze vlucht zetten op deze weg verkenners van het Second Household Cavalry Regiment voet op Nederlandse bodem. Op 17 september volgde de doorstoot in het kader van Market Garden, daarbij werd die dag ook Valkenswaard bevrijd.
Net voor Opglabbeek is de stuurboordcamera (rechts) gaan haperen. Als gevolg daarvan werden de foto’s nog slechts half zo breed dan normaal. Ook boven Cranendonck was dat dus het geval. Op het tracé van Eindhoven naar Overpelt is de betreffende camera (helaas) helemaal uitgevallen.
Vliegtuig en fotoapparatuur
Op de gemaakte foto is aangegeven dat gebruik is gemaakt van camera’s met een brandpuntafstand van 36 inch. Gezien de gebruikte opstelling van de camera’s, de datum en het Squadron was het, al in 2012, duidelijk dat een Supermarine Spitfire PR Mark X, XI of XIX ingezet is voor deze vlucht.
Vlieghoogte, snelheid en tijdstip
Omdat de bak- en stuurboordcamera in deze Spitfire-types in een vaste hoek ten opzichte van elkaar opgesteld staan en omdat de afstand tussen het hart van de beide foto’s die tegelijkertijd genomen zijn boven het centrum van Budel bekend is, kan de vlieghoogte berekend worden. Dit is ruim 8500 meter!
Als de geografische positie op de aarde, de datum en de zonnestand bekend zijn, dan is het tijdstip van de opname te bepalen. De datum staat op de foto, de geografische positie van het centrum van Budel is bekend en aan de hand van de schaduwrichting op de foto is de zonnestand te bepalen. Het resultaat van een berekening is vervolgens dat de foto van het centrum van Budel genomen is op maandag 11 september 1944 rond kwart voor tien in de ochtend (wintertijd). De bezetter had destijds echter de zomertijd ingevoerd, waardoor het ongeveer kwart voor elf in de ochtend moet zijn geweest [1]
Uit verdere berekeningen is vast komen te staan dat de grondsnelheid tijdens de opname van Budel ongeveer 425 km/uur was.
Naam van de piloot gevonden
Vanaf het begin van de zoektocht naar gegevens over deze vlucht heeft informatie die zou kunnen leiden naar de identiteit van de piloot speciale aandacht gehad. Pas op 2 september 2017 vond ik, in The National Archives in Kew (Engeland) [2], de informatie waarnaar ik al zolang op zoek was.
Uit deze informatie blijkt dat het Flight Sergeant K.J.H. (Ken) Nichol was die op maandag 11 september 1944 in de cockpit van een Spitfire Mark XI, met registratie MB788 stapte. Om 9.00 uur Nederlandse tijd vertrok hij voor zijn geheime vlucht over delen van België en Noord-Brabant. De 24-jarige Ken zal die dag om 11 uur 55 Nederlandse tijd weer veilig terugkeren op Benson.
Foto boven: K.J.H. (Ken) Nichol op ongeveer 22 jarige leeftijd (eigendom: K.J.H. Nichol, collectie: W. Ogier, Budel)
Piloot gevonden
Daarna gebeurt iets dat alle verwachtingen overtreft: Op 25 oktober 2017 vind ik namelijk de naam van de zoon (John Milner) van Ken’s oud-collega uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. De families Nichol en Milner woonden in het verleden bij elkaar in de buurt en kenden elkaar heel goed. Via de website van de RAF Historical Society [3] lukt het om op 4 november 2017 een bericht naar John te sturen. Op 8 november 2017 krijg ik een reactie daarop van John. Daarbij blijkt dat Ken op dat moment 97 jaar oud is en nog zelfstandig woont in Worsley, Manchester (Engeland).
In vervolgcontacten met John blijkt dat John in 2015 een overzicht heeft opgesteld van Ken’s diensttijd bij de RAF. John heeft daarvan een boekwerkje gemaakt waarvan twee exemplaren bestaan. Een exemplaar voor Ken en een voor hemzelf. De titel van dit boekwerkje is: “A life in Blue” [4]. John besluit om een kopie van “A life in Blue” naar mij op te sturen. Op 14 november 2017 ontving ik het toegezegde werk, waarin ook te lezen is dat Ken (Kenneth) op 9 juli 1920 geboren werd in Moston, Manchester (Engeland). Verder zijn alle belangrijke stappen in de RAF-carrière van Ken, van aanmelding tot afzwaaien, in chronologische volgorde in het werk weergegeven. Ook zijn er alle missies, die Ken tijdens zijn RAF-periode heeft gevlogen, in opgenomen. Deze vluchtinformatie heeft John overgenomen uit Ken’s logboek. Als “toetje” is er nog een aantal foto’s van Ken in het betreffende werk geplaatst. Dat betreft voornamelijk foto’s van Ken, gemaakt tijdens zijn vliegopleiding in Canada. Ken heeft me, via John, toestemming gegeven om deze schat aan informatie te mogen gebruiken voor lezingen, de Aa-kroniek (Heemkundeblad Cranendonck) etc., doch met de uitdrukkelijke mededeling dat “A life in Blue” niet verder verspreid mag worden. Uiteraard respecteer ik dat. Alle foto’s van Ken, die in dit artikel zijn geplaatst, komen uit het werk van John of zijn later naar me opgestuurd door John. Dankzij het boekwerk van John was het onderzoek nu plotseling in een ongelofelijke stroomversnelling terecht gekomen.
Ken’s carrière bij de RAF
In deze paragraaf is een korte samenvatting van de carrière van Ken bij de RAF weergegeven. Deze informatie is overgenomen uit “A life in Blue”. In 1941 meldde Ken zich aan bij de RAF. Op 6 december 1941 begon hij aan zijn eerste RAF-trainingen. Op 11 juli 1942 ging hij per schip naar Canada waar hij op 15 augustus 1942 startte met zijn basisopleiding op No. 34 Elementary Flying Training School (EFTS). De EFTS was gehuisvest op de Royal Canadian Air Force basis (RCAF) Assiniboia, Saskatchewan (Canada). Ken’s vervolgopleiding startte op 10 oktober 1942 op No.41 Service Flying Training School (SFTS) RCAF Weyburn, Saskatchewan (Canada).
Foto boven: 25 december 1942, lol in Assiniboia, Saskatchewan (Canada), Ken 2e van links (eigendom: K.J.H. Nichol, collectie: W. Ogier, Budel)
In mei 1943 ging Ken, als gekwalificeerd piloot, terug naar Engeland. Via diverse RAF-onderdelen kwam hij vervolgens op 30 juni 1944 terecht bij 542 Squadron RAF. Hij is bij 542 Squadron gebleven tot 31 augustus 1945. Tijdens zijn diensttijd bij 542 Squadron heeft Ken de verkenningsvlucht gevlogen waarover dit artikel gaat. Nadat Ken op 16- en op 19 juli 1945 diplomatieke post naar Berlijn heeft gevlogen, ten behoeve van de Conferentie van Potsdam, wordt hij op 1 september 1945 ingedeeld bij 541 Squadron RAF. Dit Squadron was, net als 542 Squadron, op vliegbasis Benson gestationeerd. Ken zal op 7 juni 1946 gedemobiliseerd worden met 815 vlieguren op zijn conto. Zijn prestaties als PR-piloot zijn bij zijn afzwaaien gekwalificeerd als “Above the Average” (bovengemiddeld).
Ken als piloot bij 542 Squadron RAF
In deze paragraaf staan enkele voorvallen opgesomd die Ken meemaakte tijdens zijn periode bij 542 Squadron. De data hiervoor heb ik gevonden in het Line Book van 542 squadron RAF in The National Archives in Kew (Engeland). Het Line Book begint met een opsomming van piloten die deel uitmaken van 542 Squadron en hun datum van opkomst bij dit Squadron. Verder bevat het gedetailleerde informatie over bijna* elke operationele missie die gevlogen is. Van de piloot werd namelijk verwacht dat hij direct na elke operationele missie verslag daarvan deed in het Line Book. *Bij vergelijking van de data, afkomstig uit Ken’s logboek met die uit het Line Book, blijkt dat Ken van zeven operationele missies geen verslag in het Line Book heeft gedaan. Zes van die missies vonden korte tijd na Ken’s opkomst bij 542 Squadron plaats. Wellicht moest Ken nog wennen aan een aantal procedures.
30 juni 1944: Ken wordt ingedeeld bij A-Flight 542 Squadron;
5 september 1944: Ken wordt in de buurt van Brest (Frankrijk) belaagd door Flak;
11 september 1944: Ken noteert over zijn missie “Area Near Eindhoven. Target from 28.000 ft. No trouble”. Dat is de vlucht waar dit artikel over gaat;
24 december 1944: Ken wordt achtervolgd door een Duits jachtvliegtuig, een Messerschmitt Me410;
1 januari 1945: Ken wordt belaagd door Flak en later achtervolgt door twee USAAF Mustangs. Vanaf medio 1944 tot einde 1944 waren alle geallieerde vliegtuigen voorzien van zogenaamde “invasion stripes” en waren daardoor goed herkenbaar voor elkaar. Waarschijnlijk ging het vanwege het ontbreken van die strepen nu bijna mis;
8 februari 1945: Ken vliegt over Brandis (Duitsland). Ken heeft tijdens deze vlucht de eerste spionage foto’s gemaakt van twee prototypes van de Junkers Ju287. Een zware bommenwerper, aangedreven door vier straalmotoren.
Daarnaast is te lezen dat Ken onderweg vaak problemen ondervond t.g.v. storingen aan de elektrische installatie en meermaals te maken kreeg met brandstoftekorten. Slecht zicht kwam ook frequent voor. Bij slecht zicht kon Ken niet goed navigeren. Dat gebeurde immers door de situatie ter plekke te vergelijken met die op kaarten. Ook konden dan niet alle gewenste (of soms zelfs geen) foto’s genomen worden. Ken heeft in totaal 55 operationele missies gevlogen bij 542 Squadron (bron: logboek).
Foto boven: Medio 1944, RAF Benson: het aanbrengen van “invasion stripes” op een Supermarine Spitfire PR Mark XI. (collectie: Heemkundekring, Budel)
Ken’s vlucht over Cranendonck
Voorbereidingen net voor vertrek:
MET (Meteorologische Dienst) Benson: voorspellen windrichting en -snelheid;
Ken: route intekenen op de kaart en daarbij bekende Flak-locaties ontwijken;
Ken: berekenen opname-tijdsintervallen (up- en downwind);
Ken: berekenen markeringspunten langs de route;
Ken: noteren van belangrijke gegevens zoals ETA (Estimated Time of Arrival).
Foto boven: RAF-luchtfoto 3327 van het centrum van Budel, 11 september 1944 (© De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan het Kadaster, Apeldoorn, 2018 Dotka Data BV)
Ken is nu klaar om zo meteen honderden kilometers in het vijandelijk luchtruim te dringen. Daarbij zal hij het mogelijke gevaar van Flak afweergeschut en jachtvliegtuigen moeten ontwijken.
De geplande vlieghoogte voor deze missie is 30.000 ft. (9,1 km), maar de werkelijke vlieghoogte wordt, tijdens de vlucht, bepaald door de hoogte waarop de uitlaatgassen van de Spitfire condenseren [6]. Uiteraard wilde Ken geen spoor achterlaten. Boven Budel vloog hij daarom op een hoogte van 28.000 ft. (8,5 km).
Tijdens zijn vlucht kon Ken niet zien wat direct onder hem lag. Om te controleren of hij niet afdreef, van de geplande route, zal hij “zijn” Spitfire regelmatig op haar kant draaien [6]. Daarbij kan hij dan telkens even naar beneden kijken. Dat moest dan gebeuren in de korte tijd tussen twee opnamen in. In dit geval was die intervaltijd 6 seconden (berekend uit de gevonden data). Waarschijnlijk heeft Ken, gedurende de hele missie, het “gejank” van de Duitse radarinstallaties in zijn hoofdtelefoon gehoord [6]. Hij zal er de hele vlucht op hopen dat de vijand hem niet zal waarnemen. Gelukkig zal na deze missie, van bijna drie uur, blijken dat dit is gelukt.
De terugkomst van Ken op vliegbasis Benson
Direct na de landing van Ken op Benson om 11 uur 55 Nederlandse tijd worden de filmcassettes, met daarop de kostbare data, door de grondploeg uit “zijn” Spitfire verwijderd. Meteen hierna vind er een debriefing plaats in de Operations Room en wordt Ken’s logboek ingevuld. Zodra dat heeft plaatsgevonden vult Ken, het eerder vermelde, Line Book in en dan is het wachten op een volgende opdracht.Foto boven: verwijderen van filmcassettes uit een Spitfire Mark XI door grondploeg (collectie: USAAF, USA)
Line Book
In het Line Book van 542 Squadron is, in het handschrift van Ken, het volgende te lezen:
11-9-44; MB788; F/Sgt Nichol; Area Nr. Eindhoven; Target from 28.000 ft – No trouble; handtekening van Ken.
Boven: Het Line Book van 542 Squadron RAF met op de bovenste regel de vlucht over Cranendonck (collectie en ontwerp: W. Ogier, Budel)
Hieruit blijkt dat Ken de rang Flight Sergeant had op het moment dat hij over Cranendonck vloog in Spitfire MB788. De vlieghoogte was 28.000 ft (8 ½ km) en er deden zich geen problemen voor. Dat laatste blijkt, achteraf gezien, niet helemaal waar te zijn. Zoals hiervoor is te lezen, zijn er tijdens deze vlucht problemen ontstaan met de rechter camera. Hiervan heeft Ken, tijdens zijn vlucht, dus niets gemerkt, blijkt nu! In het Line Book van 542 Squadron RAF is ook te lezen dat Ken tussen 8- en 14 februari 1945 is gepromoveerd naar de rang Warrant Officer.
Logboek
In het logboek van Ken is, op de bladzijde van september 1944, het volgende over zijn vlucht boven Cranendonck vastgelegd:
Date: 1944 Sept 11; Aircraft: Spitfire MB788; Pilot; Self; Duty: No. 19 OPS Aera Near Eindhoven.
Verder is in het logboek te zien dat Ken, tot en met de maand september 1944, 471 uur en 55 minuten gevlogen heeft bij de RAF. Ook staat erin genoteerd dat Ken tot en met de maand september 1944 tweeëntwintig operationele missies, bij 542 Squadron, heeft gevlogen. In totaal heeft Ken tijdens die missies 66 uur en 55 minuten achter de stuurknuppel gezeten. Zoals eerder vermeld zal Ken uiteindelijk 55 operationele missies vliegen bij 542 Squadron. Na de, succesvol verlopen, missie boven Cranendonck heeft Ken er dus nog 36 te gaan!
Boven: Het logboek van Ken, opengeslagen op september 1944 (eigendom: K.J.H. Nichol, collectie: W. Ogier, Budel)
Records of Events
In de Records of Events For the Month of September 1944, welke ik ook gevonden heb in The National Archives in Kew, is op 11 september bij Ken’s vlucht het volgende weergegeven in de kolom “missie details”:
“Object-Job 500 Nijmegen, Bourg Leopold Area (Southern Half). Result- Photographs obtained of all targets” Missie geslaagd dus!
Boven: Records of Events For the Month of September 1944 met Ken’s vlucht (collectie: W. Ogier, Budel)
Dit soort verslagen, welke op Squadron-niveau werden uitgetypt, bevatten vaak informatie over missiedoelen. De piloten werden niet altijd op de hoogte gebracht van die doelen. Deze geheime informatie werd hen dan niet verteld om te voorkomen dat die in handen van de vijand terecht zou kunnen komen in het geval de piloot onverhoopt gevangen werd genomen. De piloot had deze geheime informatie meestal ook niet nodig voor het succesvol laten verlopen van zijn missie. Wat hij niet wist, kon hij ook niet vertellen!
Al jaren had ik een sterk vermoeden dat deze missie uitsluitend bedoeld was als voorbereiding voor het Market Garden offensief. Dit omdat de vlucht enkele dagen voor de start van dit geallieerd offensief plaats vond (het Market Garden offensief startte op 17 september 1944). Maar ook omdat de (huidige) N69 volledig is gefotografeerd van Eindhoven tot aan de Belgische grens (de N69 is de weg die de geallieerden hebben benut tijdens het Market Garden offensief). Het officiële verslag versterkt dat vermoeden omdat ik nu heb gelezen dat Ken’s missie de helft is van de opdracht om een gebied te verkennen van Leopoldsburg tot Nijmegen.
In de Records of Events For the Month of September 1944 is namelijk te lezen dat Ricky de Paula Lopes, op dezelfde dag dat Ken de zuidelijke helft van taak 500 verkende, over het noordelijke deel van die taak vloog (van Eindhoven tot Nijmegen) Ricky maakte, net als Ken, deel uit van 542 Squadron en vertrok die betreffende maandag om 9 uur 20 Nederlandse tijd vanaf Benson om daar om 12 uur 40 weer veilig terug te keren.
Het vliegtuig
Ken vloog dus over Cranendonck in een Spitfire met de registratie MB788. In archieven [5] is te vinden dat dit een Spitfire Mk. XI (Supermarine PR Spitfire Mark XI) is. Verder is daar te lezen dat dit vliegtuig op 21 mei 1943 de fabriek in Chattis Hill (Engeland) verliet, op 22 mei 1943 haar eerste vlucht bij 542 Squadron RAF maakte en dat ze voorzien was van een Rolls-Royce Merlin 63 motor (V12-27 liter -1.710 pk). Op 4 oktober 1944 vind er een vliegongeluk “Fire in Air” met haar plaats en wordt ze voor reparatie naar Heston Aircraft L.t.d. gebracht. Op 18 januari 1949 wordt ze verkocht.
Vrijwel tegelijk met MB788 werden nog 23 Spitfires Mk. XI aan RAF Benson geleverd. Deze toestellen hadden als registratie MB770 t/m MB793. Slechts zeven van die toestellen hebben de oorlog “overleefd” en veel van die “overlevenden” waren, vanwege onherstelbare schade, “gedegradeerd” tot instructietoestel op de grond. MB788 was een van die “overlevenden” en er kon zelfs nog in gevlogen worden ook!
Op het moment van het schrijven van deze bijdrage zijn nog ongeveer 65 van de ca. 20.000 gebouwde Spitfires luchtwaardig. Van het type PR Mark XI, het type waarin Ken boven Cranendonck vloog, is nog slechts één exemplaar luchtwaardig. Dat exemplaar, met registratie PL965, is in het verleden eigendom geweest van het Oorlogsmuseum Overloon en heeft daar 27 jaar buiten gestaan.
Boven: Supermarine PR Spitfire Mark XI. In de onderzijde van de voorste witte band om de romp is één van de openingen, voor de verticale camera’s, zichtbaar (collectie: Heemkundekring Budel)
Het verwerken en analyseren van luchtfoto’s
Ken heeft tijdens zijn missie op 11 september 1944 ongeveer 180 meter film “geschoten”. Indien de informatie op die film heel snel nodig was, werd de film ontwikkeld op RAF-basis Benson. De negatieven werden dan aldaar aan een eerste analyse onderworpen. Indien minder haast geboden was, werd de film nog diezelfde dag naar RAF-basis Medmenham gebracht. Deze basis lag op ongeveer 15 kilometer van Benson. RAF Medmenham was vanaf 1 april 1941 het centrale luchtfotoanalyse-orgaan van de RAF. Op basis RAF Medmenham had men de beschikking over sterk gemechaniseerde foto- ontwikkel en -afdrukapparatuur.
Boven: Foto’s afdrukken op RAF Medmenham (collectie: The Medmenham Association, Duxford)
Direct na het afdrukken werd de informatie op de foto’s geanalyseerd. Dat vond plaats in drie fases:
Eerste fase: (snelle analyse): vragen als: waar zijn de pantservoertuigen, de vliegtuigen, de schepen et cetera?
Tweede fase: is het aantal pantservoertuigen gewijzigd, is het vliegveld nu gebruiksklaar, gaat het schip nu uitvaren et cetera?
Derde fase: is het een nieuw model pantservoertuig, wat is de jaarproductie van deze fabriek, wanneer is de productie weer op orde et cetera?
De afdeling waarbinnen het derde-fase-onderzoek plaatsvond was gesplitst in vijftien secties, elk met hun eigen specialisme. Zo was er bijvoorbeeld een sectie voor luchtvaart en een voor Industrie. Het is vrijwel zeker dat de foto’s die Ken op 8 februari 1945 maakte, van de prototypes van de Duitse zware bommenwerpers, binnen deze sectie Luchtvaart onderzocht zijn.
RAF Medmenham was gehuisvest in Danesfield House, dat in 1940 gevorderd was van de bewoners. Binnen Medmenham was een zeer gemêleerd gezelschap werkzaam van onder andere wis- en natuurkundigen, plantkundigen, geologen, archeologen tot kunstenaars. Het was een academisch instituut vol burgers in uniform. Ze werden “die gekke lui van Ham” genoemd! In totaal waren er ongeveer 3.500 mensen bezig met het analyseren van luchtfoto’s. Sarah Oliver, beter bekend als Sarah Churchill, de dochter van….., was hier ook werkzaam als fotoanaliste. Het werk wat ze deed was zo geheim dat zelfs haar vader niet precies wist hoe ontzettend veel er ontdekt kon worden op luchtfoto’s.
Gedurende de tweede wereldoorlog had binnen de RAF een revolutie plaatsgevonden op het terrein van strategische fotoverkenning, Vooral de keuze voor één centraal fotoanalyse-orgaan heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Tegen het einde van de oorlog had de RAF een organisatie opgebouwd die op een piekdag meer dan 50.000 verkenningsfoto’s kon nemen, afdrukken, onderzoeken en de rapportages daarover kon verspreiden. De Duitsers begonnen de oorlog met een goed ontwikkeld systeem van luchtfotografie en fotoanalyse. Dit systeem is echter gedurende de oorlog niet doorontwikkeld.
Ongeveer 80% van alle inlichtingen gedurende de oorlog was afkomstig van luchtfoto’s. Helaas zochten de fotoanalisten uitsluitend naar zaken die hen opgedragen waren. Pas einde 1970er jaren bleek dat er zeer goed fotomateriaal voorhanden was van vernietigingskampen [7]. Ondanks dat is het zeker dat fotoverkenning zowel de oorlogsduur als het aantal slachtoffers heeft beperkt. Aan het einde van de oorlog waren er meer dan 36 miljoen foto’s gearchiveerd op de basis RAF Medmenham.
Begin 1945 stuurt het Ministerie van Luchtvaart een fotograaf naar Medmenham in de veronderstelling dat de nieuwe wetenschap van luchtspionage snel met het grote publiek gedeeld zou gaan worden. Hierbij ontstaat een album met fotocollages: “The Chalk House with the Tudor Chimneys” (Het Krijthuis met de Tudor Schoorstenen) [7], de bijnaam die Churchill gebruikte voor Danesfield House. Het einde van de Tweede Wereldoorlog ging echter langzaam over in het begin van de Koude Oorlog en de geheimen van Medmenham werden daarom niet onthuld. De foto’s van de mannen en vrouwen van Medmenham werden niet vrijgegeven en alle uitgegeven exemplaren van “The Chalk House with the Tudor Chimneys” werden ingenomen.
The National Archives in Kew heeft één exemplaar van “The Chalk House with the Tudor Chimneys” in haar bezit. Het boek is daar in te zien nadat er vooraf een leesticket voor is aangevraagd.
In 1948 werd Danesfield House gekocht door het Ministerie van Luchtvaart. Dat omdat herstel naar de toestand van 1940 (zoals overeengekomen bij de vordering) te duur zou zijn. In 1991 wordt Danesfield House een luxehotel.
Boven: “Danesfield House”, RAF Medmenham in 1945 met bijgebouwde hutten en barakken. (collectie: USAAF, 325 Photographic Reconnaissance Wing)
Piloot gesproken
Op 23 november 2017 hebben Ken en ik een fijn telefoongesprek gehad van ruim 20 minuten. Hij vertelde daarin dat de wetenschap dat zoveel moeite is gedaan om hem te vinden hem diep geraakt heeft en dat hij, indien hij veel jonger zou zijn, naar Cranendonck zou zijn gekomen. Hij vindt dat hij destijds “gewoon” zijn taak heeft uitgeoefend en dat het helemaal niet nodig is om hem daarvoor te bedanken. Dat laatste ben ik uiteraard niet met hem eens. Ken vroeg zich af of ik wist wat het doel van was zijn missie waarbij hij ook over Cranendonck vloog. Fijn is, dat ik hem heb kunnen vertellen wat naar mijn idee het doel van zijn missie was.
Slot
Ken heeft samen met vele anderen een bijdrage geleverd aan onze bevrijding, waarvoor we dankbaar zijn. Ken behoort echter tot een veel kleiner gezelschap dat daarbij iets speciaals heeft achtergelaten voor ons en voor ons nageslacht. Namelijk zeer gedetailleerde foto’s van een stukje van Noord-Brabant en België. Daarvan kan een groot deel ook nog eens in drie dimensies worden bekeken. Dit door gebruik te maken van een stereokijker. Dankzij de bewaarde foto krijgen we een mooi beeld van Budel, enkele dagen voor de bevrijding door het Britse Suffolk Regiment, op 20 september 1944.
Boven: Ken Nichol ca. 2012 op bezoek bij de “Battle of Britain Memorial Flight”, RAF Coningsby, bij een Spitfire PR Mark XIX (eigendom: K.J.H. Nichol, collectie: W. Ogier, Budel)
Bronnen
1: Wim Ogier, Aa-kroniek, 32e jaargang (2013) Nr. 4 en Aa-kroniek, 37e jaargang (2018) Nr. 3
2: www.nationalarchives.gov.uk
3: www.rafweb.org
4: John Milner, A life in Blue (Melton Mowbray 2015)
5: www.allspitfirepilots.org
6: Jimmy Tailor, One Flight Too Many The Unusual Saga of a Young Photographic Spitfire Pilot in WW2 – and Its Aftermath (Leeds 2012)
7: Taylor Downing, Spies in the sky, The Secret Battle for Aerial Intelligence during World War II (London 2012)
8: www.dotkadata.com originals.dotkadata.com
9: www.airrecce.co.uk
10: www.historyofwar.org
11: www.nationalarchives.gov.uk
12: Constance Babbington Smith, Evidence in camera, The Story Of Photographic intelligence in Word War II (London 1958)
13: Air Ministry, Pilot’s Notes for Spitfire IX, XI & XVI. Merlin 61, 63, 66, 70 or 266 Engine (3rd Edition 1947)
14: Reginald H. Ottaway, RAF Benson A diary of wartime losses (Andover 2010)